www.worldtravellers.be

If you cannot read Dutch, you can choose any language with the google translate tool below

ARGENTINA (6)

Onze foto's

 

 
 
 

 

 

 

 

 

 

 

 


Argentina (6)
 
 

Copahue in een vulkaan.

Eens de Argentijnse grenspost voorbij en een paar kilometer slingerende ripio verder, gaat de weg bergaf en is hij kaarsrecht. We rijden op de RN242 richting Neuquen.

Het klimaat is hier compleet anders. Zon, staalblauwe lucht en wind, veel wind. Waar het aan de andere kant van de Andes nog regende en het groen was, rijden we nu op dorre steppegrond begroeid met 20 cm hoge grasstruiken. Zoals overal in Patagonië hellen die over naar het Oosten omwille van de felle Westenwind.

Lieve heeft gelezen dat Copahue hier niet zover vandaan ligt, en Copahue is wereldvermaard(?) om de “Termas”. Het dorpje ligt 2.100 meter hoogte en is gebouwd in een oude vulkaankrater. We verlaten de RN42 en rijden noord op de RP21 richting Andes.
We hebben ondertussen de RP21 verwisseld voor de RP 26 en is het mooie weer verleden tijd. Naarmate we hoger stijgen, worden de wolken donkerder en de wind wordt nog feller. Het landschap verandert, we rijden in een brede rotskloof. In Caviahue rijden we langs een klein groen meer. Het dorpje is een grote bouwwerf met kleine en grotere bouwsels overal verspreid. Maar er is iets vreemd hier. Het lijkt erop dat de werven alle stil liggen, en dat is niet omwille van het weer. Nog 10 kilometer ripio, bergop.

We rijden de kraterrand over. De harde wind doet de regen kletteren tegen de FJ. 50 meter lager zijn enkele straten getrokken, loodrecht op elkaar, dit is het patroon zoals steeds in Latijns Amerika. Her en der zien we damppluimen uit de grond komen. Het ruikt hier naar zwavel en zijn afgeleiden. Dat wordt even wennen.

Het hotel ‘Las termas’ ligt vlak tegenover het thermengebouw. Alle gebouwen in het stadje zijn gebouwd zonder verdieping, ook het grote ‘Las Termas’ is gelijkvloers. In de prijs van de kamer krijgen we een massage aangeboden, maar dat kan vandaag niet meer. Dus is dit iets voor morgen.
We lopen door de striemende wind en regen naar het thermengebouw. Voor het gebouw is een grote parking maar er staan weinig wagens. Er liggen nog resten van sneeuw. Het gebouw met groen dak, 150 meter breed, heeft iets van de gebouwen uit het vroegere Oostblok. De tand des tijds heeft al flink huis gehouden. Binnenin is het druk en warm. Wat kunnen we hier doen of meemaken?
We krijgen een gids toegewezen en die laat ons kennis maken met het kuuroord. Buiten zijn verschillende bassins, de grootte van een zwembad, met water dat direct uit de grond komt. Het is groen en dampt als kokende soep. Het warmste zou 90° moeten hebben, goed om kreeften klaar te maken, het koudste 25°.

We hebben uiteindelijk gekozen voor een dompelbad in heet vulkanisch water. Maar eerst moeten we een vragenlijst invullen en een bloeddrukmeting ondergaan. Het water is niet alleen rijk aan zwavel maar ook algen en mineralen zijn erin opgelost. Goed voor huid en gewrichten, zegt men hier, maar ook voor de spijsvertering.
Het water in het houten dompelbad is zeer heet en wordt steeds warmer doordat er stromend water van het buitenbad in circuleert. De verpleegster komt uit voorzorg een paar keer vragen of het niet te warm is. De 20 minuten in het borrellende water zijn voorbij en de verplichte rust van 10 minuten is meer dan welkom.
             

Chos Malal de historische hoofdstad van Neuquen.

Zondag 22 maart en het slechte weer van gisteren is voorbij. Het is wel koud maar er is zon. Vandaag rijden we naar Chos Malal de vroegere hoofdstad van de provincie Neuquen. Maar we moeten nog onze massage krijgen.

Chos Malal is een oase in het dorre gebied van Patagonië. Slechts twee straten zijn geplaveid. De vroegere hoofdstad is eigenlijk een klein dorp. De Hosteria Don Costa aan de hoofdstraat heeft een restaurant en een ijssalon en een plaats om de FJ te parkeren. De kamers liggen achterin rond een groen tuintje.

“Hey Latinotrails!”, we zijn net het restaurant binnengestapt, ik kijk in de richting van de groetende man. “Congratulations!”. We maken kennis met een Iers koppel – van onze leeftijd – dat met openbaar vervoer in Argentinië rondtrekt. Straks om 10 uur vertrekken zij met de bus naar Mendoza, een dertien uur durende rit!
Aan het tafeltje naast ons wordt geen Spaans gesproken.. Zijn dat ook toeristen? “Jawohl, wir sind Unterwegs in Argentinien mit ein Mietwagen. 5 Wochen und haben schon 7.000 km gefahren.”

             

Neuquen in plaats van Talca in Chili.

We hebben zonet bericht gekregen van de Belgische ambassade in Santiago, dat sommige wijnhuizen ten Zuiden van de hoofdstad beschadigd zijn en dat het wenselijk is eerst te informeren of ze al bezoek kunnen ontvangen. We willen hier niet langer wachten op een al dan niet positief antwoord en we hebben beslist de wijngebieden in Patagonië op te zoeken. We moeten dus richting Neuquen een goede 460 kilometer, maar over geasfalteerde wegen. De wijngaarden in Neuquen liggen alle in dezelfde vallei van de Rio Neuquen, een 50 tal kilometer ten Noordwesten van de hoofdstad Neuquen.
Eerst tanken en wat inkopen doen. “ No Senior, no hay nafta hoi, este tarde …?”. Ik vraag waar we dan wel aan benzine kunnen komen. “En Zapala.” Maar dat is iets meer dan 200 kilometer. We beslissen toch door te rijden. We zullen traag rijden om weinig te verbruiken. Misschien lukt het wel. De Cruise control staat ingesteld op een slakkengangetje van 60 kilometer per uur. Twee uur zijn we al onderweg en we naderen het eerste dorpje ‘La Lajas’. Het enige tegenliggerverkeer is een aantal tankwagens geweest. Dat is goed nieuws – denken wij - want dan zal er benzine zijn in La Lajas.
Het meer “Los Bariales” hebben we al in tijdje in zicht. Een blauwe spiegel in een rode omgeving met hier en daar een minuscuul eilandje in rode rotsen. Een wegwijzer wijst naar het “Museo Dinausorio” aan de oever van het stuwmeer. Sinds 2000 heeft men daar verschillende Paleontologische vondsten gedaan.

Een kampeerplaats vinden kan problematisch zijn. Er zijn er nochtans voldoende, maar buiten het seizoen zijn de meeste gesloten. De club waar onze GPS ons naartoe heeft gebracht aan de oever van het andere meer Lago Mari Menuco dat in feite verbonden is met Los Bariales, is niet toegelaten voor niet clubleden. We hebben een parkwachter aangesproken en die brengt ons naar een camping. Deze camping wat verderop is enkel open op zaterdag en zondag, zo staat te lezen aan de ingangspoort. Maar, zegt de ranger, in de buurt van mijn huis kan je op het strand kamperen.

We zitten in de woonkamer van Caruzzo, de ranger, en Lieve is bezig met het eten klaar te bereiden, terwijl ik een fles wijn heb opengemaakt. Caruzzo vond het toch maar beter dat we bij hem intrek namen eerder dan zonder al te veel comfort op het strand te staan. En morgenvroeg is er geen probleem wij kunnen slapen zolang als we willen. Hij moet om kwart over zeven weg maar dat geeft niet.

Het was over middernacht toen we gisteren zijn gaan slapen. Caruzzo heeft ons onderhouden over de politieke en sociale verhoudingen in Argentinië, de Mapuche, en over de problemen met het behoud van de natuur. Een goede Spaanse taalkuur!
In de rivieren en de meren in de provincie Neuquen en Rio Negro is er destijds karper gezet om het teveel aan algen en groen te bestrijden. Dat teveel kwam, door de meststoffen die gebruikt worden om soja te laten groeien. De karper is nu een nieuw probleem – zoals de bever in Terra del Feugo - Er mag volop gevist worden op karper terwijl voor andere vissoorten er een beperking is van slechts twee stuks. De forel blijkt geen probleem te zijn hoewel die ook uit Europa is ingevoerd.
Caruzzo is terug gekomen van de job als wij aan het ontbijten zijn. Vanavond zijn we opnieuw uitgenodigd. Hij heeft ons uitgelegd hoe we de sleutel kunnen vinden om binnen te geraken als hij er nog niet mocht zijn. Hij woont hier in het kleine huisje aan de oever van het meer, alleen gedurende de weekdagen. Zijn huis met vrouw is in de stad Neuquen 60 kilometer verder. Zijn echtgenote heeft hem zojuist een sms gestuurd om hem te zeggen dat zijn schoonvader – 90 jaar - is overleden.
Vooraleer we kunnen vertrekken krijgen we nog een cursus ornithologie. We zullen nu wat beter het verschil kunnen zien tussen de verschillende soorten gieren en condors. En nu weten we ook welke gans hier, maar ook in Chili, ’s nachts kwetterend rondvliegt.

We geven Caruzzo nog een pak Belgische chocolade en wij krijgen een embleem van zijn dienst “Guardiafauna” van Argentinië.

             

Dinosaurussen.

Om naar de vindplaats van de dinosaurussen te gaan moeten we 40 kilometer langs de meren richting Noordwest. De ripio loopt door de petroleumvelden van de provincie Neuquen.


Overal staan knikkers olie te pompen of wordt er gas gewonnen, verder is er niets dan steppe. Neuquen is tot nog toe het grootste oliewingebied van Argentinië.
Achter een gordel van rode rotsen vinden we aan de oever van het meer de dinosaurus vindplaats. Een 20 tal specialisten zijn nog steeds bezig met het minutieus uitgraven en behandelen van allerlei fossielen. De ontdekkingen van de fossielen, van de 90 miljoen jaar oude dinosaurussen, is recent. In 2001 bij toeval vond men een been, de rest laat zich raden. Ondertussen zijn meerdere vindplaatsen bekend.

Hier gaat men er prat op dat ze ondermeer de grootse dinosaurus hebben opgegraven die zelfs voor 75% compleet is. Het beest was 35 meter lang. Niet alleen zijn het de fossielen van de grote dieren maar ook tal van kleinere reptielen en vliegende reptielen die hier worden gevonden, ook eieren. In gans de streek zijn bovendien tal van voetsporen te vinden.

Twee uur werden we door de Braziliaanse Paleontologe wegwijs gemaakt in deze fascinerende geschiedenis van ruim 100 miljoen jaar terug. Het wordt nu tijd om andere ontdekkingen te doen, denken we nu.

             

De eerste wijngaard “El fin del Mundo”.

Op eveneens 40 kilometer van het museum liggen een aantal wijnhuizen. Het is nu 14 uur dus kunnen we nog de bodega “ El Fin del Mundo’ bezoeken. Schröder houden we voor morgen.
De bodega’s in Patagonië zijn jong. De oudste ‘El Fin del Mundo’ is pas in 2000 gestart en drie jaar later is de eerste wijn op de markt gebracht. Begonnen als fruitboomkwekerij en nu producent van vier reeksen wijnen. De gebruikte druiven zijn Pinot Noir, Malbec, Cabernet Sauvignon, Merlot, Sauvignon Blanc en Chardonay. Dus ook zoals in Mendoza alle Franse druivensoorten.

Ook zoals in Mendoza zijn de installaties hyper modern en de engineering staat op top niveau. Goede of slechte jaren zijn hier niet. Elk jaar is er overvloedig zon waardoor het alcohol percentage 14,5° en soms zelfs meer bedraagt!
Het regent bijna nooit en de wijnstokken worden geïrrigeerd. Meststoffen en mineralen worden afhankelijk van de druivensoort toegevoegd aan het irrigatiewater. Dit wijnhuis maakt wijnen zoals de ‘Ventus’ lijn, een blend van drie druivensoorten die in Carrefour aan iets meer dan 3 € worden verkocht.
             

Bandido’s.

Wij rijden door de 80 ha grote wijngaarden terug naar de RN7 op zoek naar een camping. In San Patricio del Chanar moet er een zijn. De camping municipal is groot en ligt langs de rivier, hopelijk zijn er niet teveel muggen. Er is veel volk, op de zeer grote kampeerplaats, maar we zijn de enige kampeerders. Naarmate het later wordt zien we de eendagstoeristen vertrekken en wij blijven alleen op een camping van 500 x 500 meter.
De muggen zijn er in groten getale. Als we beginnen aan het diner worden we bestoken door tientallen van die venijnige stekende beesten. Zoals ze plots zijn gekomen zijn ze nu weer weg. Het is ondertussen al donker. Terwijl het in Zuid Argentinië nog om 23 uur klaar was is het hier al donker om 20 uur. Maar we zijn dan ook in zomerse temperaturen van over de 30° overdag, terechtgekomen.
Lieve is al in de tent, ik zit naast de FJ en laad de GPS gegevens in op de laptop. Een oude rammelende pick-up stopt en een dame komt naar mij toe. Senior, u moet oppassen er lopen hier twee ongure jongens rond. Bent u alleen? Ik zal de politie verwittigen.
En dan stapt ze terug in het rammelende vehikel en laat mij verbouwereerd achter. Een poos later zie ik twee bromfietsen. Dan een quad wat verder en dan nog een paar wandelaars, wat later een oude witte Fiat zonder lichten… Wie zijn ze?

Ik heb ondertussen mijn witte Mexicaanse hoed opgezet en mijn pepperspray gun bij de hand genomen. Kwestie van indruk te maken op ongure figuren met oneerlijke bedoelingen en als het moet, te kunnen weerwerk bieden. Om half twaalf lijkt mij de omgeving veilig en kruip in de tent boven de FJ.
             

De kaap van 50.000 km.

We zijn wakker geworden met de zon op de tent. Het is donderdag, 25 maart, en ook vandaag geven de weersvoorspellingen 32°C aan. We hebben geen bandido’s gezien of gehoord deze nacht. Maar we waren gewaarschuwd.

Vandaag heeft de kilometerteller de kaap van 50.000 kilometer overschreden op weg naar de Bodega Schröder. Genoeg redenen om na de wijndegustatie in het restaurant van Schröder ons te trakteren op een diner in het gezelschap van diverse wijnen en schuimwijnen. En Schröder heeft een goede Pinot Noir die verleden jaar in Brussel de onderscheiding heeft gekregen van de beste Pinot Noir in de wereld te zijn.

Bij Schröder hebben ze een wijn lijn die ze ‘Saurus’ noemen. Dit is de naam van een dinosoort waarvan ze skeletbeenderen hebben gevonden tijdens het bouwen van hun installaties.

We zijn even de Wall Mart in Neuquen binnengestapt en zijn nu op weg naar de camping municipal. Me de ervaring van gisteren zijn we nu wat achterdochtiger. De camping is gauw gevonden dank zij de GPS, maar hij is open en toegankelijk voor iedereen. We vragen aan een voorbijganger welke andere campings hij kent. Deze hier vindt hij inderdaad onveilig we moeten naar Plottier 15 km ten Zuiden van Neuquen. De camping is wel open als we er aankomen, na een half uur stapvoets verkeer, met ontelbare stops voor de evenzeer ontelbare verkeerslichten.
De enige bewoner op de camping is een man met zijn hond, een Boxer. Hij is 60 jaar, heeft nog in Manhattan geleefd, maar trekt nu rond als een clochard.

             

Een nieuwe aardschok.

Of we nog de wijnvalleien in Chili bezoeken weten we nog niet want we zijn al een paar dagen zonder internet en hebben geen verder nieuws van de toestand daar na de aardschokken. We zijn nu terug op weg naar de Andes en willen naar San Rafael en de canyon Atuel. We zijn na urenlang op rechte monotone wegen in de stad General Alvear in de provincie Mendoza aangekomen. Er is hier groen en de stad is bruisend. Zullen we hier overnachten? Na wat zoeken en vragen zijn we op de Camping Banco Nacion aangekomen. Ondertussen hebben we vernomen dat een uur geleden er zich een aardschok heeft voorgedaan van 4,5 in San Rafael.

             

In de provincie Mendoza.

Zondag 28 maart zijn we na twee dagen rust in General Alvear op weg naar San Rafael en de canyon Del Atuel ten Zuiden van San Rafael. Het is opnieuw 34°C en de lucht is wolkenloos

Langs beide zijden van de weg zijn er fruitkwekerijen afgewisseld met wijngaarden. Wij zijn in de provincie Mendoza en de wijnen uit deze streek hebben de herkomst Mendoza. Hier en daar zien we reclamebordjes die huiswijnen aanprijzen: “Vin casera” zoals op vele plaatsen in Argentinië ook “Pan casera” (huisgemaakt brood) wordt verkocht of aangeboden

We rijden op de kilometerlange hoofdstraat van San Rafael, het is 13 uur en siësta en dus is de stad verlaten. Gelukkig zijn de warenhuizen wel open en kunnen we proviand opslaan. En internet was beschikbaar in de koffiebar Havanna aan de Plaza de Armas. De stad heeft verder niets te bieden maar de straten met langs beide zijden platanen zijn wel bijzonder.
De stad wordt wakker als we richting Grande Valle rijden richting Atuel. De weg kronkelt naast een snelstromende rivier. Aan de oever zijn tal van campings, cabañas en hotels. Volgens Lonely Planet is camping ‘Rio Azul’ de beste plek. Hij ligt vlak aan de rivier en staat vol hoge bomen en er is een zwembad. Het is duidelijk een vakantieverblijfplaats. Het is ook de eerste camping, sinds een tijdje, waar we niet alleen zullen zijn.
We hebben nog maar pas onze tent opengevouwd of we krijgen al bezoekers die willen informeren over de auto, de tent en wie we zijn. Laura en Jose uit Buenos Aires zijn bijzonder geïnteresseerd in onze reis en wedervaren. Van een koppel uit Mendoza stad krijgen we aanbevelingen welke plekken we zeker moeten bezoeken.

Het is al woensdag voormiddag 31 maart. Deze week is het ‘La semana Santa’ en vanaf morgen nemen vele Argentijnen een week vrijaf. Gisterenavond waren we uitgenodigd op een 'asado' bij Laura en José en het ging er vrolijk aan toe. Nu nemen we afscheid en worden de elektronische adressen uitgewisseld. Zij moeten zondag terug in Buenos Aires DF zijn.

Wij rijden vandaag de canyon in, 70 kilometer tot Villa Nihuil. De lokale bevolking vergelijkt deze kloof met de Grand Canyon in Nevada. Vergelijkingen zijn altijd moeilijk maar we moeten toegeven dat op bepaalde plaatsen er wel enig spoor van vergelijk mogelijk is, hoewel hier geen kloof van 1.600 meter diepte bestaat. We moeten wat klimmen om op de stuwdam van het meer ‘Lago Valle Grande’ te komen. Na de dam begint ripio en stijgen we snel tot 100 meter boven het meer. Het waterpeil is zowat 20 meter dieper dan de hoogste stand en er steken tal van rode rotspieken uit het blauwe water. De grillige oevers worden gevormd door steile ruwe rots kliffen zonder enige begroeiing met kleuren gaande van bruin tot rood.

Canyon del Atuel

De kleurrijke Canyon del Atuel


Deze kleurenschakeringen zijn kenmerkend voor de ganse kloof die is gevormd door de Rio Atuel. Op deze stroom werken vier kleine waterkracht centrales. In Villa Nihuil aan het einde van de kloof ligt een ander groot stuwmeer ‘El Nihuil’ hier zijn we op een hoogvlakte van 1.300 meter beland. We rijden terug richting San Rafael.
De volgende verblijfplaats is een stuwmeer ‘Lago Agua del Toro' in Los Reyunos op een 25 kilometer West van de stad.

             

Zuid West van San Rafael.

Het waterpeil in het stuwmeer ‘Los Reyunos’ staat zo’n 20 meter lager dan het hoogste peil. Dat zal wel te maken hebben met het feit dat we op het einde van de zomer zijn. Het stuwmeer op de Rio Diamante is geen wijde plas maar is een 20 kilometerlange grillige slenk – maximaal 2 kilometer breed - gevuld met water. De oevers zijn steile kale rots kliffen met een hoogte van 50 meter, maar door het lage waterpeil zijn in de inhammen tal van kleine strandjes ontstaan. De camping Hydin ligt ter hoogte van de stuwdam aan de rand van de hoogvlakte. Men heeft ons verteld dat dit hier een paradijs is en dus een plaats om enkele dagen te verblijven.
Morgen 1 april is het Witte Donderdag en wordt een toeloop verwacht van vakantiegangers, vandaag staan we weer eens alleen op een immense kampeergrond. We hebben wel het gezelschap van een paar honden en we hebben vlak boven onze tent een laagvliegende Condor waargenomen.
De nacht was winderig en fris – wij zijn hier op 1.100 meter hoogte -. Ook vanochtend was het amper 14° maar in de zon valt dat niet zo op.

Het is nu namiddag en de ene kampeerder na de andere vult het kampeerterrein. Sommige hebben een aanhanger bij met een motorboot, sommige zien er goed uit andere minder.... De vredige stilte van gisteren is nu wel voorbij.Zelfs met dit lage waterpeil is er geen probleem om deze bootjes in het water te laten, er is een weg naar beneden en een betonbaan die tot in het meer reikt. En de ene boot na de andere wordt in het water gelaten en vertrekt met picknick en vislijnen. Een paar zelfgebouwde catamaranachtige vaartuigen – twee vlotters met een nogal gammele bovenconstructie – hebben zelfs een BBQ aan boord.Hoewel het water maar 15 ° schijnt te hebben, wil ik toch de conditie verzorgen en een rondje zwemmen in het azuurblauwe water. Er staat wel een bord ‘niet baden, het water is hier diep’. Iets meer dan een half uur is voldoende om goed afgekoeld te zijn, blijkt!

Wij zijn terug bij de tent. Het is bijna 19 uur. De zon schijnt nog, maar over exact een uur is het al stikdonker. Er heerst een grote drukte rondom ons, de asado’s worden voorbereid. Niemand gebruikt houtskool voor de BBQ. Eerst brandt men een paar blokken hout – te koop bij elke kruidenier - tot die uiteengevallen zijn in gloeiende as. Dat duurt wel een uur of langer. Daarna kan er pas geroosterd worden.
Het is bijna middernacht en de asado’s zijn hier en daar nog aan de gang en dat gaat gepaard met lachen en luide stemmen en muziek. Argentijnen storen zich daar blijkbaar minder aan dan wijzelf, denken wij toch.
Vannacht was er geen wind, wel werden we regelmatig wakker door luid sprekende Argentijnen of voertuigen die aan en af reden. Genoeg redenen om onze tent op te plooien en richting Mendoza te vertrekken.
De man in de receptie van kampeerplaats’ Hydin’ is wat verbouwereerd als hij ons ziet vetrekken: “Pero tropo ruidoso senor, salidamos” zeggen we hem. “Adios.”

 
             

Mendoza de wijnstad.

We zijn vertrokken maar op het dashboard brandt het gele waarschuwingslampje dat er iets met de banden niet in orde is. Inderdaad de linkse achterband heeft te weinig druk! Ik zal de compressor moeten bovenhalen om de band terug op de juiste druk te brengen.
Mendoza ligt op 250 kilometer Noordwaarts en we cruisen rustig richting hoofdstad van de provincie.
Wat is toeval? Het is 3 april en uitgerekend een jaar terug op 4 april zijn we vanuit Santiago in Chili naar Mendoza stad gereden. Vandaag 3 april, zijn we terug in Mendoza, zonder dat we dat gepland hebben om hier op dezelfde periode te zijn! De periode is wel ok, want, de druivenoogst s volop aan de gang. De wereldstad Mendoza is het centrum van de wijnbouw in Argentinië, zeg maar het Bordeaux van Argentinië.
Camping Suizo ligt Noord van de stad op 9 kilometer van het centrum en 300 meter hoger. Het is zondagnamiddag 4 april en we lopen- of liever we wandelen- richting centrum. We zijn bijna in de stad die grotendeels verlaten is. Het is siësta en het is zondag! Twee jonge heren in maatpak en hemd met stropdas willen ons uitnodigen naar een geloofsmanifestatie. Zij zijn uit de staat Wyoming in de Verenigde Staten naar hier gestuurd om bekeerlingen te maken, ze zijn nog geen dertig jaar.

In de omgeving van de camping Suizo is een dancing en die heeft de twee voorbije nachten aardig wat decibels geproduceerd, tot vroeg in de ochtend. We hebben besloten een hotel op te zoeken in de stad.
In het centrum op wandelafstand van de ‘Plaza de Indepedencia’ hebben we een nieuw hotel gevonden met de naam ‘Dakar’ en het embleem is dat van de bekende rally Dakar die trouwens sinds twee jaar in Argentinië en Chili wordt gereden. In het hotel hebben we geen rally trofeeën gevonden, wel een goede kamer met balkon en er was in de eetzaal wel een kleine schilderij tentoonstelling en twee grote houten giraffen.
Maandag 5 april een dag om nog een paar bodegas te bezoeken. Zaterdag hadden we al Norton bezocht.

Gisteren en eergisteren hebben we de  goede restaurants die we verleden jaar hadden bezocht gaan opzoeken; ‘La Barra’ het steak restaurant, waar de baas twee soorten hout gebruikt om te BBQ’n was gesloten. Het restaurant ‘Francesco’ hebben we open gevonden en de Pinot Noir met ‘Filet Mignon a l’Ingles’ met mostaardsaus was een
delicatesse. . We zijn net de parking van Dakar buiten gereden en het banden monitor signaal op het dashboard licht op. We zijn op weg naar de Maipu vallei voor een dag wijnproeven Maipu vallei op 40 kilometer van Mendoza staat bekend om wijnen die tot de top behoren.

We hebben net halt gehouden aan de bandenspeciaalzaak. Onmiddellijk worden we te woord gestaan door een wat oudere heer, de eigenaar van de zaak. Hij is 75 en ingenieur op rust. Terwijl zijn arbeiders een 7 cm lange nagel uit de achterband halen praten we over politiek en …wijn. Hij ziet de onmiddellijke toekomst van Argentinië somber in. Hij verwijt de regering elke dag met iets nieuw voor de pinnen te komen, geen continuïteit in beleid maar opportunisme. Als de band na een half uurtje is gerepareerd nemen we afscheid Ik heb ondertussen een fles Malbec wijn cadeau gekregen en betaal 20 Peso’s, nog geen 4 € voor de reparatie!

Lopez bodega is al actief sinds 1895 en heeft een grote verscheidenheid van wijnen. Het wijnmakingsprocede is wat verschillend van wat dat we in andere bodega’s hebben gezien. Hun beste wijnen worden tot 6 jaar lang in eiken vaten bewaard.

Het kleine bedrijf Carinae eigendom van een uitgeweken Frans ingenieur uit Toulouse produceert maar 120.000 flessen per jaar. De wijnstokken zijn wel meer dan 60 jaar oud, maar de productie heeft 60 jaar stilgelegen. Pas sinds 2000 is de nieuwe eigenaar de zaak heropgestart. Het wijnproces is artisanaal maar de asemblage wordt gedaan door een van de beste wijningenieurs in Mendoza. Op hun prijslijst prijken wijnen van 100€!

Gisteren 6 april zijn we vanuit Mendoza naar San Juan en verder naar San Jose de Jachal gereden. Een rit van 350 km langs de ‘40’ die hier – in tegenstelling tot Patagonia - volledig is geasfalteerd. De laatste 60 kilometer naar Jose de Jachal hebben we door tientallen droge rivierbeddingen gereden, na de stad San Juan in woestijngebeid zagen we waterhoogtemeters die een niveau tot 1,2 m aanduidden en dat over tientallen kilometer. Met links van ons de opduikende Andesbergen moet hier dus af en toe de woestijn onder water staan!
We zijn nu op weg om de Andes terug over te steken. Richting de Elqui vallei in Chili. Maar eerst moeten we een pas van 4.780 meter over “ Agua Negra”. San Jose de Jachal ligt op slechts 1.300 meter hoogte en we vragen ons af of we wel goed zijn voorbereid op de grote hoogte die ons staat te wachten.

Misschien blijven we wel in het dorpje ‘Rodeo’ aan het stuwmeer en dat ligt volgens de gidsen op 2.000 meter. Rodeo staat sinds kort bekend als de beste surfplaats ter wereld Vanaf 14 uur tot ’s avonds staat hier elke dag een wind die tot 120 km/u kan blazen.
13 uur en we zijn in Rodeo. De GPS wijst slechts 1.550 meter hoogte aan. Is de gids verkeerd of is onze GPS fout? De wind is al strak maar er zijn nog geen surfers of andere kite adepten. De cabanas waar we zouden kunnen slapen zijn nog onder constructie. We besluiten door te rijden.

In Las Flores op 90 kilometer van de grens met Chili is immigratie en douane. We zijn er alleen. De FJ is alweer het middelpunt van de belangstelling. De vrouwelijke douanier vordert zelf een inspectie. Absoluut overbodig want we verlaten Argentinië. Door een van de politiemensen wordt ik gevraagd om een pakje mee te nemen voor zijn collega die op de laatste post een 40 km verder nog eens onze papieren zal moeten controleren. Zonder veel nadenken zeg ik toe het pakje daar af te geven. Er staat een naam en voornaam op de omslag.
Onderweg vragen we ons toch af of dit geen valstrik zou kunnen zijn. Het pakje ruikt naar tabak maar…? Tot aan de laatste politiepost is de weg geasfalteerd daarachter wordt het ripio tot de volgende stad in Chili 170 kilometer verder. De Chileense grenspost ligt op nog 120 kilometer!
De jonge politieman neemt onze papieren door. Wij hebben het witte pakje onderweg opengemaakt en hebben er een pakje sigaretten in gevonden. Dus toch geen valstrik. Maar we zijn voorzichtig. Wij zwijgen voorlopig over onze boodschapper missie. De papieren zijn nog niet volledig gecontroleerd en de gegevens opgeschreven door de politieman als hij ons vraagt of we niets voor hem bijhebben. “ Llamman Soliz Christian, senior?” vraag ik. “Si, si”. We kunnen nu best begrijpen dat hij tevreden was met de sigaretten. Een dergelijk verlaten plek waar slechts enkele passanten per dag voorbijkomen. Deze grenspost is trouwens gesloten van eind april tot begin december.

             

Naar 4.780 meter hoog over de Andes.

Voor ons zien we de hoge Andes maar steeds dichterbij komen. Hoewel de bergen hoger dan 5.000 meter zijn er slechts hier en daar witte sneeuwplekken te bespeuren. De bergen zijn voor de rest kaal! Wij hebben van de jonge politieman een boodschap meegekregen om vooral voorzichtig te zijn. Er zijn onderweg werkzaamheden bezig, zegt hij en dat kan best gevaarlijk zijn.
De werkzaamheden zijn de voorbereidingen van een gemeenschappelijk Chileens en Argentijns project om hier tegen “2010” een tunnel te graven. We zijn wel al 2010, maar we zijn in Latijns Amerika. Dat kan best nog een paar jaar duren vooraleer het project zal af zijn.

De ripio is van redelijke kwaliteit en we stijgen. Op 3.000 meter is nog altijd 23° maar nu we hoger komen daalt de temperatuur snel. We zijn hier moederziel alleen en blijven stijgen, we zijn al 4.000 meter hoog, het is nog maar 8°C. Het schouwspel is adembenemend, maar Lieve begint verschijnselen van hoogteziekte te vertonen. Ik zet de ventilator op maximaal, dat schijnt een klein beetje te helpen. Het verhoogt toch lichtjes de druk in de cabine.

Bijna boven en we passeren de ijs monniken. Dit zijn 3 meter hoge ijspieken naast elkaar tegen de bergwand staan en die doen denken aan monniken in hun pij.

Nog 100 meter stijgen en we zijn aan 4.780 meter, de GPS die we even verdachten van onjuist te zijn lijkt wel accuraat. De foto nemen van de ijspieken en in en uit de FJ stappen was een zware oefening. De grote hoogte en de ijle lucht laat zich voelen. Plots, komen we achter de bocht, ik had gelukkig de instructie opgevolgd om te toeteren, een fietser tegemoet. Helemaal ingeduffeld niet te herkennen. De man is al even verbaasd als wij. Het wordt al laat en hij is aan de afdaling begonnen, we gaan door.

Boven is er een grensportaal, half vernield door de wind, dat erop wijst dat we nu op Chileens grondgebied zijn gekomen.

Douane, nog 80 kilometer staat wat verder! De ripio wordt hier ronduit slecht. De weg naar benden is doorgaans niet breder dan een autospoor en het is opletten geblazen om niet van de weg af te schuiven. We zijn aan een wegsplitsing gekomen. Er is een variante en die gaat zeer steil naar beneden, maar die is enkel toegelaten voor lichte voertuigen. We nemen de gewone weg. Als we een half uur later op de samenloop van de variante en de normale weg aankomen, vermoeden wij dat de variante waarschijnlijk twee maal sneller naar beneden gaat. Bij de volgende splitsing gaan we de steile weg naar beneden, ik heb de FJ in landversnelling geschakeld en moet zelfs nu nog bijremmen. Het gaat verschrikkelijk steil naar beneden maar het gaat inderdaad snel. Spijtig dat de variante zo kort is. Wij zijn aan een groen blauw stuwmeer gekomen, op 3.200 meter hoog. Lieve is nog altijd misselijk. Het wordt al laat.
We zijn eindelijk aan de Chileense grenspost en de bareel is dicht. Ik loop tot in het bureel van de wachter en die begroet mij “ Hola, los dos Belgas, bienvenido!”. Hij wijst op het gebouw wat verder daar is immigratie en douane.
De grens is normaal maar open tot 6 uur en het is zes uur. Op onze Argentijnse klok zelfs al 7 uur! De paparassen lopen volgens schema. Ik geef aan dat ik 3 eieren bij heb, want dat moet. Fruit en dierlijke producten mogen niet ingevoerd worden in Chili.

De papieren zijn in orde maar er nog een visuele inspectie nodig vanwege de douane. Alhoewel die al overuren presteerden hebben we toch alle valiezen en dozen moeten uitladen en openen. Om erger te voorkomen hebben we dat met de “smile” gedaan.